
“Terwijl ze zich na het sporten afdroogt, kijkt ze uit het raampje van het lab. Haar gewichtloze korte haar staat rechtovereind. Als ze de rest van haar leven in orbit zou kunnen blijven, zou alles in orde zijn. Pas als ze terugkeert is haar moeder dood – zoals er bij stoelendans één stoel minder is dan er deelnemers zijn, maar dat niet uitmaakt zolang de muziek klinkt en iedereen nog meedoet. Je moet gewoon niet stoppen. Je moet in beweging blijven. Je volgt deze prachtige omloopbaan en terwijl je die baan volgt, ben je schokbestendig en kan jou niets gebeuren. Als de aarde door de ruimte galoppeert en jij galoppeert er met je tijddronken brein door licht en donker achteraan, kan er niets eindigen. Een einde is onmogelijk, er kunnen alleen cirkels zijn.”
Dit is een stukje uit de roman In orbit van Samantha Harvey (2024). Vier astronauten en twee kosmonauten draaien in hun ruimtestation spiraalsgewijs cirkels rond de aarde. Ze kijken naar haar, die prachtige blauw-gemarmerde glinsterende planeet die hun onverbrekelijke thuis is, en die kwetsbaar en eenzaam in de intens zwarte ruimte zweeft. En ze hebben hun overpeinzingen.
Hun brein raakt tijddronken. Daarboven is elk besef van dag en nacht afwezig; zij beleven niet meer het opkomen en het ondergaan van de zon. Een deel van hun dagelijkse routine bestaat daarom uit het doen van oefeningen die erop zijn gericht het gevoel van tijd te bewaren, want zij blijven aan de aarde gebonden wezens.
Er kunnen alleen maar cirkels zijn, denkt de astronaute in In orbit. Ze heeft net vernomen dat haar moeder is overleden, maar dat wordt pas werkelijkheid, realiseert zij zich, zodra ze terug in de menselijke tijdlijn stapt. De niet-menselijke tijd in de zwarte ruimte functioneert anders. Die draait in kringetjes, kent geen begin en geen eind. Zolang ze in die kringetjes blijft, is er niets aan de hand.
Tijd is een verwarrend construct. We zijn er pas echt in verstrikt geraakt toen de uurwerken hand in hand met de industrialisatie opkwamen. We zitten dan in de achttiende eeuw en de grote machines draaien op het ritme van een moedermachine: de chronometer, de klok.
Lees verder



