Essay, Leeslengte lang

De Toverberg

Misschien moet ik De Toverberg van Thomas Mann weer eens lezen. Het boek bestaat honderd jaar. In De Groene Amsterdammer werd er een artikel aan gewijd: ‘Beste vriend, ik zal niet doden’ (Bas Mesters, nummer 48, 28 november 2024).

Het moet vijf jaar geleden zijn dat ik De Toverberg voor het eerst in handen kreeg; een filosofisch-satirische roman over volwassen worden, zo las ik het. Mooi en indringend, een boek ook waar je de tijd voor moet nemen; Thomas Mann drukt zich graag uit in lange, ronddwalende zinnen met veel details.

In honderd jaar is de wereld ingrijpend veranderd. Wat echter gelijk is gebleven, is dat enkelen hun machtsspel spelen over de hoofden en ruggen van velen. Vijf jaar na mijn kennismaking met De Toverberg is dat weer heel actueel.

Op de dag dat ik deze woorden schrijf, 12 december 2024, waarschuwt Mark Rutte ons in zijn eerste grote toespraak als secretaris-generaal van de NAVO dat wij ons mentaal op een oorlog moeten voorbereiden.

In enkele jaren tijd is de wereld een plek geworden waar catastrofale dreigingen spelen. Zo’n plek als toen Thomas Mann aan zijn meesterwerk schreef. Het lijkt alsof we afstevenen op een huiveringwekkend déjà vu.

Bas Mesters trekt die lijn door naar Manns meesterwerk:

Lees verder
Standaard
Column, Leeslengte kort

Cold turkey

In de mensenwereld, die meent zich los van de natuur af te spelen, viert de lethargie gevoed door vraatzucht hoogtij. Geef ze kwantiteit in plaats van kwaliteit, het is hun hoogste recht! Garandeer het ze in de schreeuw van lichtreclames op hun beeldschermen.

Met een pompoenboor wordt elk inhoudelijk gesprek dat dat recht bekritiseert tot een Halloweenmasker uitgehold. Slechts de felle buitenkant van de vrucht is nog van waarde. Lege ogen schijnen ons vlammend toe.

Gisteren sprak ik er nog over in mijn bubbel. Wij maakten ons boos over de regering Schoof, over de botheid waarmee zij – het is godzijdank niet gelukt – cultuur en boeken, kranten en tijdschriften ging belasten met het hoogste btw-tarief.

Het is blijkbaar nodig om voor elke vorm van vrijwillige educatie de barricades zo hoog mogelijk op te werpen. Het is maar lastig, al dat gedenk van mensen. Het is beter dat ook het laatste beetje lust naar informatie en gezond reflecteren, de kop in wordt gedrukt.

Het laatste woord over de kennisblokkade is vast nog niet gezegd. Maar, zo meenden wij, veilig binnen zittend op de bank, er is vrijwel niemand meer die de straat op gaat.

Het is blijkbaar niet meer mogelijk om voldoende kritische massa op de been te brengen om effectief tegen de knechting in te gaan. Zover is het al gelukt. We zijn voldoende aan kwantiteit verslaafd geraakt om koest te blijven.

Het kapitalisme heeft zijn werk gedaan: hebzucht is dé deugd geworden. Dat geldt voor de arme sloeber, en net zo geldt het voor de rijken. Alleen de laatsten zijn meer in staat gebleken de hippe deugd te verzilveren. Meer verschil is er niet.

Natuurlijk, kritiek uiten mag gewoon. Nog steeds. Liefst wel uitsluitend gemakzuchtig vanaf de bank. Dan wordt het getolereerd.

We hebben ons laten bekeren tot retweetende couchpotato’s. Het materiaal wordt gemaakt door trollen in fabrieken. Bronnenonderzoek? Wie maalt erom. Nergens voor nodig, zo’n sleetse plicht.

Moeizaam denken hoeft niet meer, buiken zijn rond gegeten. Toch zijn we intussen met zijn allen ontevreden. Dat doet verslaving met je. Zij maakt je blind. Het kan ook anders, maar je ziet het niet. Zij laat je dat vergeten.

Zit je vast in de kwantitatieve staat? Gooi er dan nog een schepje bovenop. Je voelt je wonderlijk genoeg beter … heel even.

Verslaving wil zich altijd handhaven. De geest is zo verwrongen dat elke redelijke oppositie door het verslavingsbeest als dreigement ervaren wordt. Het wil maar één ding: meer!

En wie het beest wel trotseert, wie zich afscheidt van de massa en promotieprikkels, en ervoor kiest het sober aan te doen, wordt beticht van immoraliteit. Spelbreker! Het geld moet rollen.

Kom in zo’n samenleving maar eens met inhoudelijke argumenten in het geweer tegen de status quo. Niemand zal je willen horen, het is veel te beangstigend om cold turkey te moeten gaan.

Standaard
Dichtwerk, Leeslengte kort

Madeliefde

In de gekte van een tijdperk
waarin angst
de hoop
als heersend sentiment
verdreven heeft,
is men bang,

bang om wat minder haast te hebben,
bang om de trein te pakken,
bang om een tekstbericht te missen,

bang voor onopgespoten lippen,
bang voor mobiele maantjes,
bang voor ontvankelijke grenzen,

bang om zich te laten prikken,
bang om het klagen in te slikken,
bang om de fles te laten staan,

bang voor de voorbije mode,
bang voor de spiegel van reflectie,
bang voor de diepte en de inhoud,

maar, in alle gekte,
hopelijk toch niet te bang
voor dat ene sprankje
liefde voor een madeliefje.

Standaard
Gedachte, Leeslengte kort

Leven!

Het moet een uur of vijf geweest zijn in de ochtend.

Ik weet het niet precies, ik was in halfslaap.

Ik werd gewekt door vogels.

Een merel, mezen, vinken.

En allerlei klein grut en gebroed waarvan de naam mij onbekend is.

Er kwamen ganzen bij, en eenden, meerkoeten en tenslotte duiven.

Ik sliep er slecht van, de uren na mijn ontwaken, dat – nogmaals – niet meer dan het opstijgen naar een halfslaap was.

Maar desondanks werd ik vreugdevol. Wat een ongebreidelde lust tot leven, een ongebreidelde lust die zich nooit door iets of iemand af laat remmen!

Wat een pracht om daar deel van uit te maken, deze totale lust die voorbij gaat aan individuele wezens.

De lust die het leven in persoon is.

Wie zijn de vogels als individuen? Wie zijn de mensen als individuen? Wij borrelen samen in een vat, wij zijn de entropie die steeds naar chaos zoekt in evenwicht.

Een contradictio in terminis met dubbele bodem. Die wij zijn: de vogels, de mensen, wij allen, de levende wezens.

Onze kleine zorgen, die zo groot lijken omdat ze onze leefwereld en het voortbestaan daarvan omspannen, zijn irrelevant.

Alle getob is onbelangrijk, doelloos, hoeveel inhoud wij er ook aan toekennen.

Er zijn momenten waarop dat tot je doordringt. De kakofonie van deze ochtend was er een.

Het leven stelt geen voorwaarden, het leven kent geen plan. Je bent er.

Er is niet eens sprake van ‘er mogen zijn’.

Zouden de vogels dat ook erkennen? Zij doen ongestoord hun ding, alsof het de gewoonste zaak is.

Dat ik die vraag stel is misschien teveel. Want is het woord ‘leven’ niet gewoon ons verzinsel? Dat van de mens die er moeilijk over doet, maar er ook intens van kan genieten, ergens op een vroege ochtend rond de Pasen.

Standaard
Dichtwerk, Leeslengte kort

Plan Gods?

Ik heb er nachten over getobd.
Niets heeft dat opgeleverd.
Of toch?

Het valt me op hoe snel
ik aan de nieuwe werkelijkheid wen.
De draai was kennelijk al gemaakt vanbinnen.

Het alternatief was gewoon
te beloftevol
voor een conservatieve wereld.

Hij zal de eenheid weer herstellen,
hij zal helen, zegt hij toe.
Troost voor wie niet op hem heeft gestemd.

Maar is er een troost voor vreemdelingen,
voor vrouwen, voor de jeugd,
voor het klimaat, voor Oekraïne?

Als dit een plan van God is,
heeft die zich deze keer vergist.
In deze boef schuilt de duivel.

Standaard