
Zomaar ineens kan de klas anders zijn.
Eén van de muppets (koosnaam voor een trio bejaarde mopperaars in onze groep) zal niet meer komen. Het is de ingetogene. Hij werd door mij het meest sympathiek gevonden.
Ik vernam het gisteren via mijn oorhoeken. Het kwam uit de mond van de luidruchtige. Hij vertelde het tegen een van mijn klasgenoten, een bank verderop.
‘Jullie zijn toch altijd met zijn drieën?’, had zij gevraagd.
‘… ongeneeslijk … woekering … niets meer aan te doen … zullen hem hier niet meer zien …’ – dergelijke fragmenten ving ik op.
Nummer drie, de cynische, stond er wat bedremmeld bij.
Nadat iedereen had plaatsgenomen en de les aanving, viel mij op dat tussen de twee van het duo dat nu resteerde een rugleuning was vrijgebleven.
Lagen daar op de zitting slechts hun jassen, of was dit bewuste symboliek?
Ik koos voor het laatste – een gebaar van vriendschap, gericht aan de voorgoed afwezige – en voelde het bij mij vanbinnen lichtjes gloeien.
