Leeslengte kort, Verhaal

Samenspannen

Precies ben ik altijd al geweest, dus dat juist op zondag – die dag waarop alles keurig was – je haar piekte in weerbarstige palmboompjes op je kruin, dát vond ik onbestaanbaar.

Ik stond onderaan de trap voor de grote verticale spiegel, die omlijst was met een facetrand en was opgehangen aan verende klemmetjes, verstopt achter het glas. Aan de voorzijde zag je nog net de metalen halve maantjes die de spiegel borgden. Twee aan de onderkant en twee aan de bovenkant, dicht bij de hoeken.

De hal was enorm. Maar het zal de spiegel tegen de witte wand zijn geweest die die indruk wekte. Wij woonden in die jaren in een doorzonwoning in een nieuwbouwwijk. Ik zat in de eerste klas van de lagere school. Van het nieuwe van de wijk had ik geen benul en mijn kleine jongenslijf had voldoende aan nog niet de helft van de spiegel. Het besef van de gelukkige onschuld van allebei die feiten, daalde later in.

Tien jaar verder hing diezelfde spiegel in een andere hal in een ander huis. Mijn vader had de wanden met schroten betimmerd. Niet de smalle modieuze latjes die je toen overal zag, maar dikke vuren vloerdelen, in halve meters kort gezaagd. Daarvan had hij de randen schuin geschaafd als de facetlijst van de spiegel en het oppervlak bestreken met een zachte doek verzadigd van de lijnolie.

Wekenlang had de geur in het huis gehangen – ik had ervan gehouden. Mijn moeder stierf, het hout werd donker, de nieuwe spiegelhal bleek klein en ik een puber. Zo een die voor vijfentwintig gulden een mobylette kocht, die bordeaux verfde en er een witte sportstreep overheen zette, zich intussen eenzaam voelend.

Op een keer ergens in de jaren zestig heb ik mijn moeder huilend aangetroffen in de eerste hal. Ik kwam net thuis van school, het was tussen de middag, de zon scheen en ik schrok enorm. Zal ik negen zijn geweest? Dan kan het de derde moord zijn geweest, die op Robert Kennedy. Nu waren alle goede mannen dood, het was gedaan met de beloftevolle wereld; alle kinderlijke glans was vanaf dat moment gedoofd.

Een paar jaar eerder, op die zondag van zojuist, stond ik voor de verticale spiegel. In nette kleren – je beste goed, dat je toen nog had, want door de week droeg je wat al door slijtage en reparaties getekend was. Ik voelde me netjes, tot ik die weerborstels zag. Met mijn tong maakte ik mijn handpalmen en mijn vingers nat en probeerde met die surrogaatbrilliantine de boel wat te temmen.

Dan zie ik mijn moeder staan, ook niet groot, maar boven mij uit in de lange spiegel. Ik zeg dat dit altijd op zondag is, dat dan je haar alle kanten op piekt en op je hoofd palmbomen maakt. Zij erkent het probleem, ook zij heeft er last van, en ze moet om me lachen. Ik kijk in haar ogen via het glas voor ons en zie dat wij nu samenspannen: dit is een klein geheim dat alleen door haar en mij begrepen wordt en anderen niets aangaat.

Decennia later is mijn haar nog steeds opstandig. Toen was het dik en stijl en donkerblond, een opgeschoren jongenskop met een scheiding opzij in een volle bos bovenop. Zo een die altijd glad viel, behalve dan op zondag. Later, in mijn pubertijd, zijn er grove krullen in gekropen. Nu is de bos grijs en dun bovenop, en zwiert hij alle kanten uit; zowel op zondag als op doordeweekse dagen, als de struik van een plantsoen in een vergeten wederopbouwwijk.


Ontdek meer van Stan Lenssen

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Standaard

5 gedachtes over “Samenspannen

  1. Wat een heerlijk gedetailleerde observatie uit de oude doos. Bovendien een bijzondere herinnering aan je moeder. Over de Kennedy’s is men in de loop der jaren anders gaan denken, maar toen waren het nog helden die ook een beetje heiligen waren. De geur van beits en verf die ook bij mijn vader hoorde, die zelfs een atelier voor decoraties en letterzetten had vol geuren van lakken, terpentine en wasbenzine. Mijn eerste fiets was geschilderd door hem, met witte biesjes op hemelblauwe vlakken. Dus, geef mij er nog maar zo een Stan. Smaakt naar meer.

    Geliked door 1 persoon

  2. .
    “Samenspannen”
    wat een heerlijk archaïsch woord.

    Ik zie nu twee paarden voor een kar gespannen.
    Dat was rijkelijk veel.
    In illo tempore.

    Grootvader had er slechts één.
    Maar wij beiden zaten op de kar.
    Samen achter de wuivende staart.

    En trokken door de karrensporen
    naar de boer.
    Die nog altijd voort ploegt. A la Werumeus Buning.

    Tenminste als het veld niet verzopen is.
    Zoals nu in Vlaanderen.
    En toen in 14 – 18.

    Geliked door 2 people

    • Ook hier is het veld verzopen, op dit moment. Zoals in ons nationale Rampjaar 1672 toen het bewuste nat de Fransen terugdreef.
      In 14-18 draaiden wij hier in Nederland Europa de rug toe. Was het lafhartig, was het onschuldig? Het laatste zeker niet. Hoe dan ook, mijn grootvader ging in die jaren met de melkkar de huizen langs in Zuid-Limburg, met zicht op een wuivende staart – eveneens, zo vermoed ik.

      Geliked door 2 people

Laat een reactie achter op Huub Koch Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *