Dichtwerk, Leeslengte kort

Van korte duur

Het was de flard plastic in het hoge riet,
al deels verzwolgen,
die mij de macht van de natuur verried.

’s Mens blikveld van een korte horizon,
hoe slim we menen dat we zijn,
houdt ons, voor hoe het echt zit, dom.

Denkend dat wij erboven staan
en de natuur eronder hebben,
de clou volgt lang na ons vergaan.

Geordend uit wat chaos lijkt,
zou kunst door ons verzonnen zijn,
maar ga er maar van uit dat later blijkt:

het is niet dat iets de boel vervuilt
omdat het komt uit mensenhanden –
evenzogoed wordt het tot stof vergruisd;
het is dat ook die flard uit de natuur verrijst,
als wij deel is van de kringloop,
terwijl ons niet gegund is eenzelfde lange levensreis.

Standaard
Dichtwerk, Leeslengte kort

Vleugelslagen

Och, laat ze zich belangrijk voelen,
de echte kunst is aan de vogels.
Te leven zonder dagen van de week,
te leven zonder vastgekleefd te zijn.

Ik zou er wat voor geven,
kon ik hun kunst verstaan.
Gebonden aan de mensenwereld,
word ik uit elk moment gehaald.

Geregistreerd in tijd en ruimte,
genoemd in andermans agenda,
verwacht op een locatie –
onwaarachtig onmisbaar zijn.

Tot er een dag komt,
voor eenieder onverbiddelijk,
waarop al die gewichtigheid
eenvoudig vliegangst bleek.

Dan wordt er even echt geleefd,
als je de kans krijgt op de drempel.
Begrijpen wat belangrijk was,
niet meer tijd en plaats aanbidden.

Ik zou er wat voor geven,
als dat het hele leven kon.
Dat het zou gaan op vleugelslagen
en mensen zonder plannen waren.

Standaard
Dichtwerk, Leeslengte kort

Treurende wilg

Gisteren nog stond hij er,
als een Narcissus
zijn spiegelend beeld
begerend aan de oever,
zijn lokken vol voorover
wassend in het water.

Nu zijn zijn leden stompen,
balken van een skelet,
uit welks geamputeerde schaduw
een handvol sluike slierten tast,
vissend naar een foto
vervlogen in het water.

Wilg aan het water,

ontrukt uit jouw omarming
van ingekeerde schoonheid,
geschonden, gestraft,
hoe kun jij ooit nog hunkeren –
naar een kandelaber
verkeerd om in het water.

Standaard
Dichtwerk, Leeslengte kort

Nijlpaarden in de Rijn

De tjiftjaf tjiftjaft weer onvermoeibaar door het raamrooster naar binnen.
Hij zit ergens hoog in een iep beneden.

Waar maken wij ons druk om?
Klimaatactivisten.

Een vrouw van cijfers,
voor het hoofdkantoor van een bank in Amsterdam,
vertelde dat haar puberdochter wist van nijlpaarden in de Rijn,
ooit –
en vrienden vonden botrestanten van mastodonten aan het Noordzeestrand;
ze leefden tussen Engeland en Nederland,
toen de kom nog niet vol water stond.

Zij maakte zich geen zorgen.
Tegen welke krachten vecht je?
Panta rhei.

Als mensen willen consumeren,
wie houdt ze tegen?
Waarom?
Zijzelf deed er niet aan mee.
Aan het een en ander.

Misschien is zij wel verder dan wij,
die het stromen stoppen willen.
Begrijpt zij het beter,
vrouw van cijfers.
Controller, astronoom, fysicus, geoloog.
Wie in grote getallen denkt kijkt dieper in de tijd.

De kleine vogel overstemt nu zelfs sirenes,
en een politiehelikopter,
intussen rustig persisterend naast een vinkenslag.
Ik begrijp iets niet,
hij wel,
zij ook.

Zou het kouwe drukte zijn?

Standaard
Dichtwerk, Leeslengte kort

Ideale wereld

in een ideale wereld
is niets ergens een oorzaak van
of een gevolg
kan ik niet vooruit blikken
of terug
er alleen maar zijn
los van verwachtingen
zonder herinneringen
in een punt
waarin niets voorvalt
geschiedenisloos
toekomstloos
tijdloos
planloos

in een ideale wereld
ben ik een meeuw
stil in de lucht

een ideale wereld
stelt geen eisen
accepteert dat ik er ben
en er niet om heb gevraagd

Standaard