Het is een dag van kleine klussen, zo’n dag waarvan je hoopt dat ie maar snel gedaan is, de klussen snel geklaard zijn.
Maar dat is een vergissing.
De thee die ik nu drink, op deze dag, smaakt fris zoet groen, en naar jasmijn en voorjaar.
Ik heb net op het balkon de was gehangen. Ik hoorde de slag van vinken, en de bescheiden tjilp van pimpelmezen. En ver weg de prachtzang van een merel. En natuurlijk het gekoer van duiven.
De tweede nieuwsblog van zus en zwager is gekomen – sinds de start van hun gewaagde voettocht naar het einde van de wereld. Die spat uiteen van lentelust.
Ze schrijven over groen dat almaar groener wordt, het fluitenkruid en koolzaad dat overal uitbundig bloeit, dat links en rechts hun pad versiert. Samen met de paardebloem, de vlier en de hoge pluimen van het gras lijkt me dat een erehaag om doorheen te wandelen.
Al lezend denk ik ook aan hier. De ganzen en de eenden, de meerkoeten en waterhoenen, de zwanen. Allemaal heb ik ze al gezien met donzig nageslacht in de Amsterdamse wateren. Levenslustig spartelend, spelend – of statig pedant peddelend. In het Vondelpark moet het ooievaarpaar ook jongen hebben. Het leeft helaas te hoog op stand voor mij als mens om dat te kunnen nagaan.
Zelfs een dag van kleine klussen laat zich groot genieten. Het is lente, eindelijk voorjaar!
Laat vandaag maar duren. Ik schenk heet helder water klaterend in een glas voor nog een keer jasmijnthee.
Ja, het is een prachtig voorjaar. Het fluitekruid begint al wat uitgebloeid te raken, maar de vlier, de zuring, boterbloemen, kamille… De schapen met hun lammetjes, inderdaad de merel, en leeuwerikken! Zo mooi! Of om met Maarten van Roosendaal te zingen: ‘Om te janken zo mooi.’
LikeGeliked door 1 persoon